Rijsenhout in vrije val

Walter J.J. Manshanden (NEO Observatory) en Leo M. Bus (LeoBus.nl)
Rotterdam, december 2021
Rijsenhout in vrije val
Een welvaartsstudie over de maatschappelijke kosten van de ruimtelijke reservering voor de
Samenvatting
De reservering op de parallelle, tweede Kaagbaan legt al jaren een schaduw over Rijsenhout. Deze reservering is gemaakt ten behoeve van de door de Schiphol Group NV gepercipieerde noodzaak om – voornamelijk ten behoeve van het bedrijfsmodel van de grootste gebruiker van de luchthaven – piekuurcapaciteit te kunnen bieden. De reservering is bij Koninklijk Besluit eenzijdig vastgelegd. Daarin is het Rijk gevrijwaard van de premie voor degene die de optie heeft geleverd, terwijl er wel materiële en sociale kosten zijn. Dit onderzoek werpt licht op de kosten die door de schaduw van deze reservering in Rijsenhout ontstaan.
De reservering creëert onzekerheid voor inwoners en bedrijven, die niet weten hoe hun toekomst er in Rijsenhout uit ziet. Een tweede Kaagbaan maakt het tijdens piekuren mogelijk dat niet 74 maar 75 vliegtuigen per uur vanaf Schiphol kunnen vertrekken. Aanleg van de parallelle Kaagbaan betekent echter ook sloop van woningen en gebouwen in een deel van Rijsenhout. Uit eerder onderzoek blijkt dat een tweede Kaagbaan, met of zonder sluiting van één of twee huidige banen, voor Rijsenhout in elk geval meer ernstige hinder oplevert. De druk die deze onzekerheid op de gemeenschap van Rijsenhout legt, is aanzienlijk. Het leidt tot verlies van waarde, hetgeen zichtbaar moet zijn aan de ontwikkeling van de woningwaarde van Rijsenhout ten opzichte van andere dorpen, waar de bewoners niet in een dergelijke onzekerheid leven.
De vraag in welke mate de woningwaarde in Rijsenhout daalt als gevolg van de optie op de parallelle Kaagbaan is onderzocht aan de hand van het bestand Wijken en Buurten van het CBS over de periode 2004-2007. Daarbij zijn de zones volgens het Luchthavenindelingsbesluit leidend. Daaromheen zijn twee zones gekozen, concentrisch, van gemeenten waarin dorpen zoals Rijsenhout gesitueerd zijn. In totaal is een bestand samengesteld met consistente reeksen voor 102 dorpen. Dit maakt een vergelijking van Rijsenhout met andere dorpen waar de druk van de geluidsoverlast of een nieuwe startbaan niet speelt.
De uitkomst is dat na 2015 het woningwaardeverlies van Rijsenhout snel oploopt. De woningprijzen stijgen er wel, evenals in andere dorpen, maar lang niet zo snel. Eerder, rond 2005, is de woningwaarde in Rijsenhout nog vergelijkbaar met andere regio’s. In 2020 is de achterstand van Rijsenhout qua woningwaarde opgelopen tot in totaal 101 miljoen euro. Dit bedrag bestaat uit twee componenten: de algemene overlast door geluid ten gevolge van de luchtvaart (38,3 miljoen) en een tweede factor, zeer waarschijnlijk de reservering voor de tweede Kaagbaan (62,7 miljoen euro).
De bevolkingsgroei van Rijsenhout stagneert op lange termijn; deze groeit niet. Daarbij neemt het aandeel van de 0-15 jarigen relatief snel af, meer dan in de dorpen in de controlegroep, en neemt het aandeel 65+ versneld toe. Bij een stationaire bevolking betekent dat dat jonge, startende gezinnen zich al enige tijd niet in Rijsenhout vestigen, maar wel in vergelijkbare dorpen. Tegelijk daalt het gemiddeld inkomen in Rijsenhout snel na 2015, terwijl dat eerder vergelijkbaar was met de dorpen in de controlegroep. Het betekent dat mensen met de hogere inkomens wegtrekken, en mensen met lagere inkomens zich er vestigen. Omdat de toekomst ongewis is, investeren mensen niet of minder in hun woningen. Ze investeren waarschijnlijk ook minder in elkaar, zodat de maatschappelijke cohesie en kwaliteit parallel met de woningwaarde daalt. Woningwaarde is niet meer dan een signaal.
Deze studie betreft een eerste kwantitatieve verkenning van de vraag of Rijsenhout op enige voor welvaart relevante kenmerken afwijkt van andere dorpen. Deze eerste verkenning leverde daarvoor een positief antwoord op. De verkenning legt ook verschillende nieuwe vragen neer. Het woningwaardeverval is gemeten op het niveau van wijken/buurten. Eerder is door het Centraal Planbureau op basis van prijzen van woningtransacties welvaartseconomisch onderzoek gedaan naar de relatie tussen de geluidsnormen voor Schiphol en het woningwaardeverval in de wijde omgeving van de luchthaven. Een herhaling van dat onderzoek op basis van dat model – met de reservering van de Parallelle Kaagbaan als controlevariabele – zou zeer gewenst zijn in het licht van de huidige problematiek. Daarnaast is met de huidige dataset op het niveau van wijken/buurten meer mogelijk, omdat de indeling in LIB-zones en de omliggende de verwachte uitkomsten gaf. Tenslotte is deze verkenning eveneens toepasbaar op andere dorpen in de Haarlemmermeer en daarbuiten, zoals De Kwakel of Leimuiden.
Lees het volledige rapport via onderstaande link..............
Geplaatst door Kijk naar de toekomst uit Uitgeest
Terwijl de noodzaak van een adequate Ruimtelijke Ordening (RO) en borging van een gezonde leefomgeving via de Omgevingswet als topprioriteit bij alle transities voorop dienen te staan, laten politiek en bestuur dit op vele fronten afweten.
We zijn in een situatie beland waarbij Provincies en gemeenten macht en middelen afstaan richting een kongsi MRA 2.0 van enkele top-bestuurders en belanghebbenden bij een "Transport & Infra Autoriteit" (waaronder de Schiphol Groep, KLM, NS, Prorail & I&W) die de RO eenzijdig in het model van CEO Benschop's "Holland Metropool" persen.
Het grootste gevaar hierbij vormt een continuering van het - ooit als Mainportbeleid ingezette - groeiverdienmodel bij een mega HUB welke als kern van die "Holland Metropool" wordt gezien. Permanent zijn politiek en bestuur door de "Infra kongsi" bewerkt en werd een Metropoolbeleid volgens dit model op slimme wijze doorgedrukt:
Wie zich realiseert dat RO bestaat uit de elementen Infra, Rood (=bebouwd gebied), Groen (ruraal) en Blauw (water) en hieraan verbonden partijen stuk voor stuk consequent zijn bewerkt richting deze Metropoolvorming zal gaan begrijpen welke onevenwichtige machtspositie er is ontstaan.
Het krachtenveld binnen ons democratisch bestel is dermate verstoord dat het hoog tijd wordt om "Schoon schip" te gaan maken. Daarbij zou een op de transitie opgaven gebaseerde RO met krachtig ministerie en strakke handhaving van de vastgestelde Omgevingswet en de paragrafen leefomgeving daarin tot de uitgangspunten moeten horen.