RBV Journaal 24
Redactie vlieghinder.nl - Wat hieraan vooraf ging leest u hier op deze site.
Zeer gewaardeerde donateur, medestander en bevriende organisatie van RBV (Recht op Bescherming tegen Vlieghinder),
Graag praten wij u in deze editie bij over de route naar het hoger beroep.
Weet u het nog? Wij verlieten op 20 maart de rechtbank waar wij net hadden gehoord hoe de rechter een baanbrekend en richtinggevend vonnis had gewezen.
Baanbrekend omdat de rechter de omwonenden een belangrijke erkenning heeft gegeven in hun positie in de discussie rond de luchtvaart. Tot op heden is de positie van de omwonenden nog altijd de ‘sluitpost’.
En richtinggevend om dat de rechtbank ook heeft aangegeven dat er in het beleid voor de luchtvaart altijd een eerlijke balans moet zijn tussen de belangen van de luchtvaart en de belangen van de omwonenden. De zogenaamde: Fair Balance.
Burgers hebben recht op een persoonlijke leefomgeving, maar dat recht is niet onbeperkt. Het economisch belang van Nederland kan met zich meebrengen dat je een zekere inmenging moet dulden. De Staat moet dan wel goed onderzoeken hoe de betekenis voor de economie van het vliegverkeer zich verhoudt tot de gezondheidsschade ervan, door geluidshinder en uitstoot. Die Fair Balance heeft de Staat echter nog nooit afdoende in kaart gebracht.
De tijdlijn na het vonnis van 20 maart 2024
Op 17 juni kondigt de Staat beroep aan tegen het vonnis van de rechtbank in Den Haag.
Op 27 juni geeft de kersverse minister opdracht tot het maken van een milieueffectrapport (MER) voor een nieuw Luchthavenverkeersbesluit (LVB) voor 500.000 vluchten. De rechtbank schreef voor dat per 20 maart 2025 de dan geldende wet- en regelgeving moet worden gehandhaafd. Welk LVB dat moet zijn, daar laat de rechtbank zich niet over uit, en ook niet over het aantal vluchten! Ten tijde van de uitspraak was dat het LVB van 2008 en daar pasten volgens de toenmalige minister circa 400.000 vluchten bij. Door een nieuw LVB op te stellen, legaliseert de minister de illegale groei tot 500.000 vluchten die tot op heden wordt gedoogd. Op een later moment, als de Europese Commissie ermee akkoord gaat, gaan er wellicht 15.000 vluchten vanaf.
Op 4 september presenteert de minister van I&W zijn plannen voor Schiphol waarmee verbetering van de leefomgevingskwaliteit in de Schiphol-regio wordt beoogd. “Ik probeer het vertrouwen in de overheid te herstellen, maar ik kan niet iedereen tevredenstellen”, zegt hij als hij op bezoek is bij de De Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS) - het wettelijk adviesorgaan bestaande uit burgers, maatschappelijke organisaties en experts -. De MRS bestudeert de plannen en trekt één duidelijke conclusie: “Dit plan doet absoluut onvoldoende recht aan de omwonenden”. De minister zet de omwonenden buiten spel. Dat gaat ten koste van hun gezondheid. En dat laat RBV niet toe. Lees hier de gehele brief van de MRS.
Op 10 september begint het hoger beroep dat de Staat op 17 juni heeft aangekondigd tegen de rechtbank in Den Haag.
Op 10 september verzoeken acht luchtvaartmaatschappijen, o.a. KLM, Transavia, Delta Airlines, Martin Air, A4A (Amerikaans) en reisorganisaties Tui en Corendon het gerechtshof om toegelaten te worden tot het hoger beroep. Zij vinden dat het vonnis in de RBV-zaak hun bedrijfsvoering schaadt. Eenzelfde verzoek is nadien ook gedaan door de luchthaven Schiphol en IATA (Internatoinal Air Transport Association). Dat toelaten willen zij door ‘te voegen’ of door ‘tussenkomst’. Bij de eerste sluit de partij zich aan bij de Staat. En bij 'tussenkomst' kan de partij eigen grieven aanbrengen.
Op 24 september verzoekt de Staat het gerechtshof Den Haag de 12 maanden termijn voor de uitvoering van het vonnis (van 20 maart jl) te schrappen.
Op 12 november reageert RBV op de toelatingsverzoeken van KLM c.s., de luchthaven Schiphol en IATA . En ook reageert RBV op het schorsingsverzoek van de Staat.
Op 12 december behandelt het gerechtshof in één zitting deze toelatingsverzoeken en het schorsingsverzoek van de Staat. In principe volgt zes weken later de beslissing over deze verzoeken.
Het is nog onzeker hoe de procedure na deze zitting verder zal verlopen. De route kan worden verstoord. Maar RBV verwacht dat de inhoudelijke behandeling van het hoger beroep in februari 2025 kan beginnen.