Procederende omwonenden Schiphol zullen niet meteen aandringen op lager vliegplafond
Schiphol kan volgend jaar ongehinderd 478.000 vluchten afhandelen. Omwonenden die procederen tegen geluidshinder zullen niet proberen om daar via de rechter nog snel een stokje voor te steken, zeggen ze. Uit vrees voor claims van luchtvaartmaatschappijen.
Een lager aantal vluchten dan 478.000 hing in de lucht na een uitspraak van de rechtbank Den Haag, eerder dit jaar. Die stelde dat er geen wettelijke basis is voor maximaal 500.000 vluchten, die Schiphol tot 2020 jaarlijks afhandelde.
Vóór maart 2025, over een maand of drie dus, moest die wettelijke basis er alsnog komen, via een nieuw luchthavenverkeersbesluit (LVB). Als dat niet zou lukken, zou worden teruggevallen op een LVB uit 2008, dat volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) maximaal 420.000 vluchten mogelijk maakt.
Niet haalbaar
Maart 2025 blijkt niet haalbaar voor een nieuw LVB, heeft IenW al laten weten. Daarmee dreigden Schiphol en de luchtvaartmaatschappijen geconfronteerd te worden met een forse tegenvaller.
De staat vroeg daarom aan de rechter om de uitvoering van het vonnis op te schorten om te voorkomen dat er teruggevallen wordt op het LVB 2008. De omwonenden zouden zich daartegen kunnen verzetten en bij de rechter eisen dat dit toch gebeurt.
Vrees voor claims
Maar de stichting waarin de omwonenden zich hebben verenigd ziet hiervan af, zo heeft ze laten weten. Zij vindt het risico 'te groot' dat ze aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die ontstaat als luchtvaartmaatschappijen tienduizenden vluchten per jaar minder kunnen uitvoeren en later blijkt dat dit onnodig is gebeurd..
Er loopt namelijk nog een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag. Als dat beroep de uitspraak van Den Haag onderuit haalt en tussentijds onnodig vluchten zouden zijn geschrapt, dan ontstaat voor vliegmaatschappijen schade die zij zouden kunnen verhalen op de stichting.
Deze schade zou flink in de papieren kunnen lopen. Op het ministerie van IenW werd 'op basis van potentiële winstderving' al eens ingeschat dat elke tienduizend vluchten per jaar die minder kunnen worden gevlogen, vliegmaatschappijen een schadepost oplevert van 250 miljoen euro.
Terugvallen van 478.000 vluchten, die minister Barry Madlener van IenW per jaar mogelijk wil maken, naar 420.000 per jaar zou daarmee een claim op kunnen leveren van 1,45 miljard euro. Geld dat de stichting van omwonenden niet in kas heeft.
Geplaatst door ir. B. van Marlen uit Uitgeest
Eerlijk gezegd begrijp ik deze redenering niet. De luchtvaartmaatschappijen hebben immers zelf het bedrijfsrisico genomen om in een juridisch wankele handhavingsgpositie (‘anticiperend handhaven’ genoemd) hun bestemmingen uit te breiden (wat ze nog steeds doen) en vluchten uit te voeren, die boven de gestelde grenzen gingen. En de rechter heeft de uitspraak gedaan, dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld en de economische belangen van de luchtvaart liet prevaleren boven de gezondheid van de omwonenden. Het is dus wel heel merkwaadig als juist omwonenden ‘aansprakelijk worden gesteld voor de schade die ontstaat als luchtvaartmaatschappijen tienduizenden vluchten per jaar minder kunnen uitvoeren en later blijkt dat dit onnodig is gebeurd’. Die rekening hoort bij de veroorzakers!
Het zal namelijk nooit onnodig zijn om het aantal vluchten te beperken, niet uit geluidsoverwegingen, tenzij men de sector onterecht gaat belonen met nog meer vluchten die nog steeds goed hoorbaar blijven, en niet uit klimaat of andere emissieoverwegingen.
Je hoort de luchtvaartmaatschappijen ook nooit iets zeggen over de geschatte jaarlijkse 4 miljard € aan externe gezondheids- en klimaatkosten, waar de maatschappij als geheel maar voor moet opdraaien.