Onderzoek: de ideale baancombinatie Schiphol bestaat niet
SCHIPHOL - Er is geen perfecte oplossing om de risico’s die het banenstelsel op Schiphol met zich meebrengt op te lossen. Dat blijkt uit een onderzoek van de NLR, dat in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat keek naar het potentiële risico op botsingen op de grond en in de lucht.
Het huidige banenstelsel met vijf grote start- en landingsbanen en één kleinere baan zorgt ervoor dat vliegtuigen en voertuigen op verschillende momenten in elkaars vaarwater terecht kunnen komen. De OVV trok eerder aan de bel over de mogelijke gevaren die dat op kan leveren, als het vliegverkeer toe zou nemen.
Zo is in het verleden voorgevallen dat een vliegtuig dat een doorstart moest maken bij de landing op de Zwanenburgbaan in de lucht een toestel tegenkwam dat juist op was gestegen van de Kaagbaan. Hoewel luchtverkeersleiders en piloten daarop met strenge procedures zijn voorbereid, en de verkeerstoren is uitgerust met een waarschuwingssysteem, kan die situatie voor verhoogde risico’s zorgen als het vliegverkeer toeneemt.
Minister Cora van Nieuwenhuizen liet door het NLR een quickscan uitvoeren, waarbij alle mogelijke varianten van het baangebruik onder de loep werd genomen. Daarin werd ook een mogelijke parallelle tweede Kaagbaan als optie meegewogen.
De onderzoekers komen in hun rapport (zie hier) tot de conclusie dat geen enkele variant van het baangebruik op veiligheidsgronden kan worden afgewezen of de nadrukkelijke voorkeur heeft. Wel is het zo dat bij bepaalde baancombinaties minder potentiële knelpunten ontstaan.
Het baangebruik is echter van verschillende factoren afhankelijk, zoals de windrichting en de algehele beschikbaarheid van de baan. Ook wordt bij het bepalen van het baangebruik rekening gehouden met de geluidsbelasting voor de omgeving.
Geplaatst door Wim uit Castricum