Minister: Kies voor selectieve luchtvaart op Schiphol, niet voor volumegroei

De groei die Schipholdirecteur Benschop voorstaat, levert in 2050 op Schiphol bijna een miljoen vliegbewegingen op. De bewonersorganisaties in de regio Schiphol protesteren massaal tegen luchtvaartgroei. De minister van I&W voert voor Schiphol een selectief economisch beleid. De WTL heeft de minister verzocht dit luchtvaartbeleid in te voeren zonder luchtvaartgroei, om de milieuhinder en klimaatimpact maximaal te kunnen reduceren.
De WHO en de GGD’n in de regio constateren veel grotere aantallen gehinderden dan aangenomen wordt. IPCC eist ongekende maatregelen tegen de CO2-uitstoot. Door de volumegroei komt er van reductiemaatregelen echter weinig terecht.
De Schiphol Group, de KLM en anderen in de luchtvaartsector blijven aandringen op voortzetting van de onge-differentieerde volumegroei op de mainport. Deze levert rond 2050 een twee keer zo groot Schiphol op, met bijna een miljoen vliegbewegingen. De snelgroeiende prijsvechters (20% per jaar!) zullen na 2020 het grootste deel van de eventueel vrijkomende capaciteit innemen. Zij zullen hun felle prijsconcurrentie voortzetten en netwerkmaatschappijen verder in het nauw brengen. De vraag naar massaal ‘low-budget’ toerisme is al tot grote hoogte gestegen en zal verder groeien, ten koste van het netwerk. De economische meerwaarde van pretvluchten is uiterst twijfelachtig.
Het selectief economisch luchtvaartbeleid van minister Van Nieuwenhuizen kan dit maatschappelijke vraagstuk oplossen. Schiphol moet een nutsfunctie vervullen voor de passagiers die tussen economische sectoren van Nederland en economische regio’s in de wereld vliegen. Zij acht een goed verbindingennetwerk aantrekkelijk voor buitenlandse vestigingen. Het nationale economische belang van de mainport Schiphol draait dus vooral om zakelijke passagiers van en naar Nederland. Dit noodzakelijke vervoer, speerpunt van haar beleid, kan nog tientallen jaren groeien zonder één extra vliegbeweging, omdat het slechts een kwart van alle passagiers be-treft. Dan bieden de vliegtuigen in het economische netwerk ook nog voldoende ruimte voor familiebezoek en mooie toeristische reizen naar of uit het buitenland.
De ontwikkeling van dit economische netwerk vergt evenmin extra luchtverkeer, mits de vraag naar extreem goedkoop vliegen spoedig teruggedrongen wordt. Deze categorie passagiers is veel gevoeliger voor prijsverho-ging door belastingheffing en externe kostentoerekening dan zakelijke passagiers. Bovendien schept een eerlij-ke ticketprijs een gelijk speelveld met het hsl-vervoer. Daardoor kan het netwerk de groei van zakelijk vervoer plus een redelijke mate van toerisme tot 2050 blijven accommoderen. Bij een gelijkblijvende omvang van het luchtverkeer zijn krachtige maatregelen tegen milieuhinder en uitstoot veel effectiever.
De WTL heeft de minister verzocht het luchtvaartbeleid te richten op selectief economisch nut zonder volume-groei van het luchtverkeer en op maximale reductie van de milieuhinder en klimaatimpact. Die combinatie past goed in de Nationale Omgevingsvisie 2018. Groei volgens de luchtvaartsector is daar met weinig economische meerwaarde en een grotere milieu- en klimaatimpact juist mee in strijd.
Hilversum, 23 november 2018
Hans Buurma, voorzitter van de WTL
Geplaatst door Elodie uit Wintelre