Impactanalyse Verlaging Activiteitenniveau Schiphol
Voor de exploitatie van Schiphol moet een natuurvergunning worden afgegeven door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). In de vergunningsprocedure is het noodzakelijk om voor zowel de voorgenomen situatie als een referentiesituatie de impact van Schiphol op de omgeving in beeld te brengen.
LNV is bij de vergunningsaanvraag tot de conclusie gekomen dat de Polderbaan (de 5 e baan) geen onderdeel kan zijn van de referentiesituatie, aangezien die baan vanaf 2002 pas in gebruik is.
Daardoor zal LNV in de natuurvergunning een referentiesituatie hanteren met 4 banen en 480.000 vliegtuigbewegingen. Het hanteren van een referentiescenario met 4 banen en 480.000 (“480k”) vliegtuigbewegingen wijkt af van het referentiescenario dat wordt gehanteerd in het Luchthavenverkeersbesluit (LVB) Schiphol, dat gaat uit van 5 banen en 500.000 (“500k”)
vliegtuigbewegingen.
In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hebben PwC Strategy&, MovingDot en Adecs Airinfra een onderzoek uitgevoerd naar de impact van verschillende beleidsscenario’s, waarbij rekening gehouden wordt met een vermindering in het aantal toegestane vliegtuigbewegingen per jaar en het opereren op een vierbanenstelsel door het sluiten van de Polderbaan.
In deze rapportage zijn de berekeningsmethoden en resultaten gegeven van de berekeningen van de milieueffecten van deze verschillende beleidsscenario’s.
Zie hier hetvolledige rapport.
Toevoeging redactie vlieghinder.nl
Zie hier de reactie van SchipholWatch