Gemeten vliegherrie nam in 15 jaar met slechts 1 procent af
De gemiddelde herrie per vliegtuig nam in de afgelopen vijftien jaar met slechts 1 procent af. De vliegindustrie claimt dat ieder jaar een procent reductie wordt geleverd. Dat blijkt niet waar.
Dit blijkt uit de analyse door ir Bob van Marlen van een miljoen metingen van passerende vliegtuigen door het Nomos-meetpunt 27 in Uitgeest. De ‘stillere vliegtuigen’ kunnen hiermee gevoeglijk naar het rijk der fabelen worden verwezen.
Uit bovenstaande grafiek, zie hier, blijkt duidelijk dat de gerealiseerde geluidsreductie (rode stippen, trend weergegeven met blauwe lijn) sterk achterblijft bij de beloofde hindervermindering (groene lijn).
Schiphol en het luchtvaartminnende ministerie van Infrastructuur zetten desondanks zwaar in op de technofix van de zogenaamd steeds stillere toestellen. Iedere drie decibel minder herrie zou volgens het ministerie mogen leiden tot een verdubbeling van het vliegverkeer.
Groeiverdienmodel lege huls
Nu van minder herrie geen sprake lijkt, is dat zogenaamde groeiverdienmodel – geïntroduceerd door oud-minister Cora van Nieuwenhuizen – een lege huls. Er blijkt uit de harde cijfers immers overduidelijk dat er nauwelijks sprake is van minder vliegtuiglawaai.
Deze conclusie werd ook al getrokken door de verantwoordelijke Inspectiedienst voor Leefomgeving en Transport in de onlangs gepubliceerde rapportage ‘De staat van Schiphol 2021’. De dienst signaleerde juist een toename van het gemiddelde vlieglawaai per toestel, in plaats van een afname.
Ook onderhandelaar Hans Alders – beroemd en berucht van de Alders-tafel – concludeerde aan het einde van zijn loopbaan al eens dat het effect van stillere vliegtuigen verwaarloosbaar was. Het creëren van groeimogelijkheden voor Schiphol op basis van die hypothese noemde hij zeer discutabel.
Geplaatst door B. van Marlen uit Uitgeest
Mijn conclusie gaat eigenlijk over het gebruik van het argument van de ‘stillere en zuinigere’ vliegtuigen om verdere groei mogelijk te maken. Het effect hiervan is nauwelijks te zien in de gemiddelde LAmax-waarden over de tijd. Verdere groei in aantallen vliegbewegingen zullen m.i. de zaak er niet beter op maken, laat daar geen misverstand over bestaan! Dit heb ik al eerder aange-geven. De Lden-maat laat een sterke toename van vluchten toe als die iets minder lawaaiig zijn (een nauwelijks hoorbare afname van gemiddeld 3 dB(A) per toestel laat een verdubbeling toe bij dezelfde Lden).
Ik vind deze maat niet voor niets uitermate slinks opgesteld, en daarnaast de overgang van 35 Ke naar Lden met de te hoge grenswaarde van 58 dB(A) zeer discutabel.
Ik ga mijn analyse verder uitwerken door de LAX-waarden (waarin de ‘hoorbaarheidsduur’ is verwerkt) te berekenen met behulp van de geluidregistraties over de tijd voor iedere passage over nm27 (hiervan heb ik vele honderdduizenden beschikbaar) en vervolgens de Lden- en Lnight-waarden per jaar en per maand te berekenen.
Let wel: de gegevens die ik hier gebruik zijn geen eigen geluidsmetingen, maar officiële metingen door de luchtvaartsector zelf gedaan, waarbij ik verdacht hoge piekwaarden (> 90 dB(A)) eruit heb gehaald. Ook heb ik alle passages van landers boven de 1100 m, van opstijgers boven de 3000 m en alle passages onder de 470 m eruit gehaald. Mij dunkt, dat ik de sector heel schappelijk heb behandeld!
Van het totaal aantal waarnemingen dat overbleef (1008940) waren er ook nog 72751 waarbij de LAmax en de geluidsregistratie over de tijd ontbrak, zodat er 936189 waarnemingen resulteerden (van begin feb. 2007 t/m feb. 2022).
De data heb ik samengesteld met de zeer gewaardeerde hulp van het webbeheer van http://www.vlieghinder.nl via www.donderdorp.nl, waarbij gebruikte formules heel nauwkeurig door mij werden gecheckt.
Als deze begrippen u doen duizelen raad ik u aan eens te googlelen op: Van Deventer Handboek Basiskennis Vliegtuiggeluid van 2014. Hierin wordt alles goed en bondig uitgelegd.
Zodra ik mijn analyses heb uitgebreid zal ik u erover berichten.
Het zal u echter duidelijk zijn dat de grenzen van de groei al heel duidelijk zijn bereikt, als die al niet ver overschreden zijn (wat ik vind).