Ergernis over bemoeienis KLM in rechtszaak

Dat acht vliegtuigmaatsschappijen partij willen zijn in een rechtszaak over geluidhinder van Schiphol, zit de Nederlandse Staat dwars. Samen met de stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder (RBV) vreest de overheid ingrijpende bemoeienis.

Dat werd donderdag duidelijk tijdens een langdurige proceszitting bij het Haags gerechtshof. Het hof buigt zich de komende tien weken over het verzoek van de KLM, Cityhopper, Transavia, Martinair, Delta Air Lines (Amerikaans), Tui Airlines, Corendon, luchtvaartbelangenvereniging IATA en de Royal Schiphol Group om aan te schuiven bij een hoger beroepszaak over geluidhinder van Schiphol.

Twee advocaten stelden tijdens de rechtszitting een paar eisen die verkeerd vielen bij de Staat en RBV. Zo willen de bedrijven graag een verbod op inperking van het aantal vluchten. Afspraken, gemaakt in 2008 willen ze graag handhaven.

„Als de luchtvaartmaatschappijen mogen meedoen dan wordt een hele nieuwe rechtszaak opengetrokken”, aldus een advocaat namens de Staat. „Ze hadden bij de rechtbank al mee
kunnen doen aan de rechtszaak over geluidhinder, maar deden dat niet.” Bij de overheid bestaat het vermoeden dat de luchtvaartmaatschappijen via de rechter meer grip willen krijgen op toekomstplannen die het kabinet met Schiphol heeft.

Op 6 december kondigde het kabinet aan volgend jaar maximaal 478.000 vliegbewegingen per jaar toe te staan. Dat moet voldoende zijn om de geluidhinder voor omwonenden te beperken, zo is de gedachte. Het aantal vliegbewegingen ligt dit jaar rond de 500.000.

’Lukraak’

RBV wil dat het aantal vliegbewegingen teruggaat naar maximaal 400.000 per jaar en heeft in maart van dit jaar gelijk gekregen bij de rechtbank. Tot nu toe houdt Schiphol zich echter niet aan de rechterlijke uitspraak om snel meer te doen aan geluidhinder.

De ’lukrake’ eisen die luchtvaartmaatschappijen stellen nu de Staat tegen het rechtbankvonnis in beroep gaat, vindt de stichting belachelijk. Het gerechtshof doet er goed aan de bedrijven niet toe te laten tot het dispuut met de Staat, aldus een advocaat van RBV. Gebeurt dat wel dan leidt dat tot een ’verbreding van de rechtsstrijd die zich niet
laat overzien, met in elk geval een vertraging en een enorme verhoging van de kosten tot gevolg.’

Gedupeerde omwonenden van Schiphol zien hun kansen op succes slinken als vliegtuigmaatschappijen zich mengen in de juridische strijd tussen RBV en de Staat. De stichting heeft veel minder geld en mankracht tot haar beschikking dan de Staat en de luchtvaartmaatschappijen.

Een raadsman van de commerciële partijen uitte aan het einde van de proceszitting zijn ongenoegen over de kritiek van RBV en de Staat. „Wij zitten hier als kinderen tussen pappa en mamma, zij bepalen wat mogelijk is.”

Het Haags gerechtshof doet op 25 februari uitspraak.