Wie gaat dan wel iets aan de lelijkheid doen? (Schultz: ’Ik ben er niet om Nederland mooier te m

Wie gaat dan wel iets aan de lelijkheid doen?
Dr. Co Verdaas
Ons land wordt almaar lelijker. Als het rijk niet snel de verantwoordelijkheid over een paar grote projecten gaat nemen, wordt het nog erger.
In een kamerdebat over de beveiliging van de kust riep staatssecretaris Schultz onlangs: ’Ik ben er niet om Nederland mooier te maken’. Ze is niet de enige in het kabinet die er zo over denkt. Zo is minister Peijs er om (spoor)wegen aan te leggen, minister Dekker om huizen te bouwen, minister Veerman om de agrarische sector te redden en staatssecretaris Van Geel om de lucht schoner te maken.
Het typeert de armoedige discussie over de toekomstige inrichting van Nederland. Niemand voelt zich nog verantwoordelijk voor het geheel. Niemand in het kabinet stelt zich de vraag hoe we willen dat ons land er over enige tijd gaat uitzien en hoe we dat moeten organiseren. Als we niet oppassen verandert ons land definitief van aanzien.
Met name de VVD zet zich onder aanvoering van Jozias van Aartsen fel bij vraagstukken over de inrichting van ons land, af tegen elke vorm van planmatig denken. Dat de liberalen allergisch zijn voor al te veel overheidsbemoeienis mag geen verbazing wekken. Maar een mooi ingericht Nederland ontstaat niet spontaan. De meeste mensen snappen dat ook: niet voor niets maakt meer dan tachtig procent van de bevolking zich zorgen over de ’verrommeling’ van het landschap en het vollopen van de schaarse open ruimte.
En terecht, zo blijkt uit het onlangs verschenen rapport ’bloeiende bermen’ van het ruimtelijk planbureau. Het planbureau stelt dat de lintbebouwing langs de snelwegen steeds verder uitdijt en dat veel mensen dit als lelijk ervaren. Het rapport doet een onverbloemde oproep aan het kabinet om zijn verantwoordelijkheid te nemen en te voorkomen dat je vanaf de snelweg straks alleen nog maar dozen ziet staan.
In het Ruhrgebied zie je dat het ook anders kan. Daar schermen groene buffers de geconcentreerde bedrijventerreinen af en ervaar je zelfs een zekere leegte in een gebied wat zo mogelijk nog dichter bevolkt en bebouwd is dan Nederland. Zo’n inrichting ontstaat niet spontaan, dat vraagt om visie en regie.
De samenwerkende overheden in de Deltametropool hielden onlangs een pleidooi om de bereikbaarheid van de Randstad op een samenhangende manier aan te pakken. Het idee daarbij was minder op- en afritten en een opwaardering van het regionale wegennet. Ook hier gaat het eigenlijk om een oproep richting rijksoverheid tot visie en regievoering. Zo’n provincieoverstijgende aanpak ontstaat niet spontaan: iemand zal daar in het kabinet verantwoordelijkheid voor moeten nemen.
Nog een voorbeeld: één van de meest omvangrijke en complexe ruimtelijke opgaven in ons land is de verdere ontwikkeling van Almere en de noordvleugel van de Randstad. Zo moeten alleen al in Almere minimaal 45000 woningen gebouwd worden. Ook hier ontbreekt het aan visie en regie bij het rijk. Het ministerie van verkeer en waterstaat onderzoekt vrolijk de alternatieve routes voor de ontsluiting van Almere. Amsterdam, Almere en de betrokken provincies zijn op hun beurt bezig met het maken van een – overigens aansprekend – ruimtelijk ontwerp. Of er ook samenhang tussen infrastructuur en ruimtelijk ontwerp komt, is nog de vraag. Een ruimtelijke ramp dreigt. Geen wonder dat Almere aangeeft geen woning meer te bouwen als het rijk de regie niet neemt.
Zomaar voorbeelden waar het kabinet kansen laat liggen om te werken aan een mooier Nederland. Laat de VVD zich om hier druk om maken in plaats van een goedkoop pleidooi te houden voor het afschaffen van de welstandscommissies. Het getuigt van een ongekend centralisme en minachting van de gemeentelijke overheid om gemeenten vanuit Den Haag te verplichten af te zien van beleid dat erop gericht is ons land mooier te maken.
We moeten weer mooie ontwerpen durven te maken en uitvoeren. Daar hebben we een lange en rijke traditie in en er is genoeg creativiteit en deskundigheid in ons land. Dat betekent dus niet dat de rijksoverheid in detail moet bepalen waar provincies en gemeenten op welke manier de ruimte mogen invullen. Het betekent wel dat het rijk zijn verantwoordelijkheid moet nemen voor die opgaven die de provincie overstijgen. Zo komt een hoogwaardig openbaar vervoer systeem in de Randstad niet van de grond als het kabinet zich er niet aan committeert, zal het Groene Hart verder verkruimelen zonder een wervend perspectief, blijft Schiphol een black box in de Randstad en zal de kuststrook veranderen in een betonnen dijk in plaats van een fraaie delta. Maar alles begint met de ambitie om van Nederland een mooi land te maken in plaats van genoegen te nemen met middelmaat.
Dr. Co Verdaas is woordvoerder ruimtelijke ordening voor de PvdA-fractie in de Tweede Kamer.
Geplaatst door L.R. Aalegeiz uit Spaarndam
Dan rijst wel de vraag: waar is mevrouw H. dan wel verantwoordelijk voor? Is het in het gevalletje Schiphol niets anders dan de productiviteit omhoog jagen? Hoe beschouwt zij de milieuwetgeving rond de luchtvaart dan? Volgens mij is die wetgeving bedoeld om het voor een aantal mensen toch een stuk mooier te maken dan het zonder die regelgeving zou zijn.
Verdaas zou ook zijn hand in eigen boezem kunnen steken. Twee Paarse kabinetten hebben niet geleid tot een stagnatie van de groei van Schiphol. De luchtvaartwetten die in 1995 zijn bedacht zijn reeds lange tijd van tafel geveegd, grote trajecten als de HSL & Betuwelijn hebben geleid tot een grote vernietiging van natuur.
Het huidige kabinet is inderdaad nog veel rigoureuzer in het vernietigen van natuur dan dat ‘linksige’ bestuurders voor ogen hebben. Groene Hart, Waddenzee, Schiphol, fijn stof: welke visie heeft Co Verdaas? Wat te doen met HSL, Betuwelijn, A2, A4, A7, A8, A9, A10, A12, A15, Schiphol?
In ieder geval bezitten de huidige bestuurders geen visie. De stijgende waterspiegel in combinatie met een wegrottende bevolking (of een krimpend Schiphol) zou gezien moeten worden als een kans en niet als een bedreiging.
Verbetervoorstellen voor Schiphol die echter verder gingen dan CDA of ietsje hoger dan wel lager zijn eenvoudigweg bestempeld tot “valt buiten de scope”. In welke scope die ontwikkelingen dan wel tevoorschijn zouden moeten komen is volstrekt onduidelijk.
Verkeer en Waterstaat doet niets anders dan pappen en nathouden. Grotere projecten blijken geldverdampers te zijn zonder zicht op het terugverdienen van de geïnvesteerde gelden. Wat gaat Co met zijn kornuiten doen om daar verandering in aan te brengen?