Verbied landbouw rondom Schiphol
Zowel de mens als de vogels zijn gebaat bij olifantsgras, zonnepanelen en nieuwe glazen kassen
Schiphol is een aantrekkelijk gebied voor iedereen die van vliegen houdt. Voor menselijke luchtreizigers en voor vogels. Ook de wens van een veilig luchtruim delen mensen en vogels. Om aanvaringen met vliegtuigen te voorkomen zijn op Schiphol zestien levende vogelverschrikkers actief om vogels op een veilige afstand te houden. Daarnaast worden maatregelen genomen om het natuurgebied, dat Schiphol ook meent te zijn, onaantrekkelijk te maken voor vogels.
Een groot deel van de Schipholnatuur bestaat echter uit grasland en sloten. Grasland vormt een aantrekkelijke vestigingsplaats voor grote aantallen veldmuizen die op Schiphol wonen. Die zijn weer aantrekkelijk voor roofvogels. Water vormt een aantrekkelijke start- en landingsbaan voor watervogels. Aanvaringen met grote vogels, zoals zwanen en ganzen, dwingen vliegtuigen om de start af te breken of om zo snel mogelijk een voorzorgslanding te maken. Beangstigend voor piloten en passagiers en kostbaar voor de luchtvaartmaatschappijen.
Ganzen worden om die reden preventief vergast, bij duizenden tegelijk. Veel helpt het niet want Schiphol blijft aantrekkelijk voor ze. Doden van ganzen is dweilen met de kraan open. Preventie van plagen, veroorzaakt door welk dier dan ook, vereist in de eerste plaats biologische kennis. Met die kennis kan de aantrekkelijkheid van gebieden voor dieren negatief beïnvloed worden. Pas dan kiezen vogels liever andere landingsbanen.
Daarom zullen er landschappelijke aanpassingen moeten komen en moet de akkerbouw rond Schiphol worden beperkt tot voor vogels onaantrekkelijke gewassen zoals bijvoorbeeld olifantsgras. Dat gras kan worden ingezet als biobrandstof. De United States Department of Agriculture heeft een dergelijke toepassing goedgekeurd voor luchthavens in de Verenigde Staten. Daar geldt al een verbod om landbouw dichter dan 3 km rond de luchthaven te bedrijven. Omdat Nederland dergelijke maatregelen nog niet neemt, voelen veel vogels zich aangetrokken tot de omgeving van de luchthaven.
Het idee van Schiphol als natuurgebied zal moeten worden losgelaten. Wanneer van de directe omgeving van Schiphol een voor vogels onaantrekkelijk gebied gemaakt wordt, kan in de wijdere omgeving natuurcompensatie worden gerealiseerd voor een gelijk of voor zelfs een groter oppervlak.
Schiphol heeft in het afgelopen jaar al 9.500 m2 aan zonnepanelen geplaatst op het luchthaventerrein. Dit jaar wordt gekeken of er meer grootschalig panelen kunnen worden geplaatst.
De al in gebruik genomen zonnepanelen leveren per jaar ruim 440.000 kilowattuur aan groene energie op. Schiphol zou de grootste zonnecentrale ter wereld kunnen worden en tegelijk de vliegveiligheid bevorderen.
Schiphol zou ook een nieuw centrum van hoogwaardige glastuinbouw en glasbloementeelt kunnen worden. Een flink deel van de in totaal 2787 hectaren kan daar in principe beschikbaar voor worden gemaakt. In het hart van Nederland Distributieland en dichtbij veilingen. Veilige start- en landingsbanen tussen glas en zonnepanelen! Met de nieuwste generatie kassen waarvan de exploitatie geen energie kost maar oplevert. Via sloop van oude, technologisch en economisch afgeschreven kassencomplexen en de bouw van energieleverende kassen rond Schiphol kan de bedrijvigheid, de natuur en de vliegveiligheid een impuls krijgen op een wijze die uniek in de wereld is.
Vogelvoedsel zal daar nauwelijks nog te vinden zijn. Extra werkgelegenheid wel. Op veilige afstand van Schiphol kan dan nieuwe natuur worden gecreëerd. Daar waar eerder oude kassen stonden, daar waar mensen kunnen genieten van de natuur en daar waar vogellevens kunnen worden gerespecteerd. Rond het Staelduinse bos bijvoorbeeld, of in de Haarlemmermeerpolder. De metalen vogels van Boeing en Airbus en onze gevederde vliegers hebben een duidelijk gezamenlijk belang. De Luchthaven Schiphol en de Staatssecretaris voor Economische Zaken zouden er goed aan doen om dergelijke opties serieus te onderzoeken. Er zal meer draagvlak voor zijn dan voor de vergassing van 550.000 ganzen als zinloze symptoombestrijding.
Niko Koffeman schreef dit artikel samen met Dr. Albert C. M. Weijman, bioloog en als adviseur werkzaam bij het Kenniscentrum Dierplagen (KAD) in Wageningen.
Geplaatst door A. Boeing uit Hoofddorp