Speech Schipholdiner
Speech van de minister van Economische Zaken, mr. drs. J. Wijn, Schipholdiner, 9 oktober 2006.
De schrijver Willem van Toorn zei ooit tegen een Chinese bezoeker aan ons land dat het Hollandse landschap een idee is. “Het zou helemaal niet bestaan als mensen niet op de gedachte waren gekomen dat het gemaakt kon worden uit al dat water. Bijna overal waar je staat in dat Hollandse landschap, sta je in de gedachten van mensen,...”
Dat geldt zéker voor het stukje Nederland waar wij vandaag zijn. Hier zijn vele Hollandse gedachten in geïnvesteerd. De gedachte dat we zelf land kunnen maken, de gedachte dat we kunnen vliegen, en de gedachte dat de wereld onze achtertuin en ons voorland is.
En deze gedachten zijn niet ‘freischwebend’ gebleven, maar omgezet in vliegbewegingen. Gedachten zijn opgepakt door ondernemers en omgezet in daden. Ondernemers die denken, durven en doen. Daarom is dit stukje Nederland altijd in beweging.
Inmiddels is Schiphol geen vliegveld meer, maar een Mainport. Dus niet alleen een vervoersknooppunt; waar passagiers in– en uitstappen en goederen worden overgeslagen. Schiphol, de luchtvaartmaatschappijen en de bedrijven in directe omgeving vormen een belangrijk centrum vormen voor handel, internationale dienstverlening en logistiek. Schiphol als “Gateway to Europe”, niet alleen voor Europa, maar voor de hele wereld. Schiphol is daarmee van belang voor een internationaal concurrerend vestigingsklimaat.
Voor een goed vestigingsklimaat telt in een globaliserende wereld alleen onderscheidend vermogen. Uiteraard zijn er een aantal basisvoorwaarden waar wij aan moeten voldoen: De infrastructuur moet snelle en efficiënte verbindingen mogelijk maken. Loonmatiging: op dat gebied hebben we met dit kabinet veel bereikt. Sociale Zekerheid: een aantal maatregelen zijn genomen om de flexibiliteit van arbeid te vergroten. Het verminderen van administratieve lastenlasten door het aantal regels te verminderen.
Door continu te ‘benchmarken’ zullen lidstaten op deze onderdelen van het vestigingsklimaat gebieden steeds meer naar elkaar toegroeien. Een land mòet op deze terreinen concurrerend zijn, anders telt het niet mee. Maar een toegangsbewijs voor het concert van welvarende landen geeft daarmee nog geen recht op een goede plek vòòraan.
Om op de shortlist van landen, zoals China, te staan moet je onderscheidend zijn. Deze landen kunnen immers kiezen waar ze zich in Europa willen vestigen. Als je niet op hun shortlist staat, dan kun je het wel vergeten.
Waar kunnen we ons dan wel op onderscheiden? De Vennootschapsbelasting, op dit onderwerp hebben de lidstaten beleidsruimte. Onze vennootschapsbelasting is nu met bijna 5% verlaagd (van 34,5 naar 29,6 procent), waardoor de tarieven in Duitsland en België nu zoveel hoger zijn dat vestiging in Nederland voor bedrijven tot wel 22% goedkoper is ten opzichte van deze buurlanden.
Globalisering vraagt verder om het durven kiezen voor de eigen sterktes. Laten we onze denkkracht, durf en daadkracht op onze sterktes richten.
Dit kabinet heeft ervoor gekozen om een aantal clusters een extra steun in de rug te geven. Met innovatieprogramma’s voor die kennisgebieden waarin Nederland een wereldspeler is, zoals op het gebied van nano-technologie, waterzuivering en Food & Nutrition. En economische programma’s voor gebiedsgerichte Pieken van internationale allure. Dan hebben we het in de omgeving van Schiphol over de logistiek, de creatieve industrie, de zakelijke dienstverlening en life Sciences.
Nogmaals, we moeten ons geld niet teveel spreiden.
Onderscheidend vermogen is steeds minder een prestatie van individuele bedrijven. Topprestaties ontstaan door een goede samenwerking tussen ondernemers onderling, maar ook tussen ondernemers, onderzoekers en bestuurders. Meestal geholpen door een beetje geluk of aanleg, waarop door generaties is voortgeborduurd. Dit type samenwerking kan leiden tot een zakelijke propositie die moeilijk te kopiëren is en daardoor best iets meer mag kosten.
Met Schiphol en Rotterdam beschikt Nederland over een dergelijke onderscheidende propositie. Geholpen door een gunstige geografische ligging en een geschiedenis die is doordrenkt van internationale handelsgeest blijft Rotterdam de grootste haven in Europa en handhaaft Schiphol zijn positie van vierde passagiers- en derde vrachtluchthaven in Europa. Dankzij de inspanningen van bestaande spelers –de NV Luchthaven Schiphol en de Air France-KLM combinatie -, de nieuwe low cost carriers en talrijke logistieke bedrijven in de omgeving van Schiphol en daarbuiten. Maar ook van overheden die ook wel inzien dat we met Schiphol goud in handen hebben.
Goud, terwijl sommigen ons willen aanpraten dat dit goud eigenlijk brons is. Een mainport hebben betekent dus niet dat we eigenlijk dozen schuiven, zoals sommigen ons willen doen geloven. Logistiek is hoogwaardige internationale dienstverlening, waarbij bedrijven met ICT, techniek en heel veel ervaring wereldwijd vervoersketens regisseren.
Een mainport hebben betekent ook niet dat de betekenis van Schiphol schuilt in de grote aantallen transferpassagiers. Want dankzij deze transferpassagiers beschikt Nederland over een wereldwijd netwerk. Hierdoor is Nederland een hele belangrijke vestigingsplaats voor internationale activiteiten.
Een voorbeeld. In de voormalige suikerfabriek in Halfweg wil het bestuur van Stichting China Valley Europe een handelscentrum starten voor Chinese bedrijven die hun hoofdkantoor in Europa willen vestigen. Er zijn meer ideeën, zoals een themapark over China, een universiteit voor Chinese taal en cultuur en theaters en restaurants. Dit zijn hele interessante plannen, en het is toch vooral Schiphol dat Nederland zo aantrekkelijk maakt voor Chinese bedrijven, ook op de lange termijn. En dat is de reden waarom zo’n 1500 Chinese bedrijven concrete plannen hebben om zich in deze regio te vestigen.
Goud, en geen brons. Want Schiphol is niet alleen belangrijk voor de werknemers van internationale hoofdkantoren, zakelijke dienstverlening en de creatieve sector. De bovenkant van de arbeidsmarkt dus. Juist ook andere groepen werknemers profiteren van Schiphol. In 2006 werkten er maar liefst 58.000 mensen op Schiphol bij zo’n 543 bedrijven. En zo’n 38% vacatures vraagt om mensen met een laag opleidingsniveau. Dit verklaart wellicht waarom er ter linker en rechter zijde van het politieke spectrum een relatief grote consensus bestaat over het economische belang van Schiphol.
Dit neemt niet weg dat er wel discussiepunten zijn. Zoals de vraag of het nationale belang van Schiphol nu wel of niet moet leiden tot een gedeeltelijke privatisering. Deze discussie ligt nu stil. Dat geldt dus niet voor Schiphol zelf. Want daarover zijn we het als kabinet volledig eens: het economische belang is groot en dat houdt in dat Schiphol zich moet kunnen doorontwikkelen. Ook om die toenemende passagiers- en goederenstroom uit China en de rest van Azië op te kunnen vangen.
Het is dus tijd voor nieuwe Hollandse gedachten, voor nieuwe durf en nieuwe daden. Dan moeten we wél gebruik maken van onze sterke punten, en rekening houden met onze beperkingen. Beperkingen als het gaat om ruimte en veiligheid, milieu en geluid. Daar weet u hier alles van. Maar wel in het volle bewustzijn dat Schiphol in het grote economische belang niet ondergeschikt mag zijn aan de andere belangen.
Niet voor niets heeft het kabinet zich dit jaar, bij het 90-jarig bestaan van Schiphol, uitgesproken voor groei van de luchthaven en daarmee ook voor het behoud van het intercontinentale netwerk. Dit betekent dat we moeten doorgaan met – samen met de regio – te investeren in de sterke punten van de Noordvleugel en regionale initiatieven zoals werkstad A4, te helpen realiseren. Mijn collega Karla Peijs zal straks de integrale gebiedsvisie werkstad A4 in ontvangst nemen.
We moeten onze denkkracht, durf en daadkracht dus gaan richten op die elementen waarmee we ons kunnen onderscheiden.
Bijvoorbeeld met de moeilijk te kopiëren samenwerking tussen overheden en bedrijven. Bedrijven hoeven gegevens over goederen straks maar via één loket in te voeren. Bovendien kunnen goederen straks continu gevolgd worden.
Denk ook aan de nieuwe douanevrije zone. Dankzij die douanevrije zone zijn deelnemende bedrijven niet meer verplicht om aangifte te doen voor het vervoer van goederen tussen bedrijven onderling. Dat scheelt ruim 300.000 aangiften en levert 4 miljoen euro aan lastenverlichting op.
Ook de Belastingdienst werkt aan zijn klantvriendelijkheid, het krijgen van een sofi-nummer bleek een geduld-test te zijn die zelfs de Chinezen wat ver ging.
Dames en heren,
Het zal u duidelijk zijn: er is ons veel aan gelegen om Nederland economisch sterk te houden. Mainport Schiphol speelt daarbij een essentiële rol. De sleutel tot succes ligt in het kiezen voor onze sterktes. Dan kunnen we met een gerust hart de globalisering aan. In mijn visie kunnen we terugkomen in de top 3, zodat wij op de shortlist van landen zoals China komen staan. We zijn al weer terug in de top 10 van de ranking, die het World Economic Forum hanteert. Met Schiphol, dat aangesloten is op de wereldeconomie, moeten we heel ver kunnen komen.
Geplaatst door Els uit castricum
en verblijd u over de machtige luchthaven Schiphol, die grenzeloos zijn gang moet mogen gaan.
Hef het glas
voor al die mensen en kinderen en dieren, die dag en nacht gestoord worden in hun bestaan. Die geen nacht meer normaal kunnen slapen, waardoor ze zich niet kunnen herstellen van de indrukken van de dag.
Hef het glas
voor al het leven, dat overdag in lawaai, in onmacht, in gevaar, in vervuiling moet leven en de stilte niet meer leert kennen of is kwijt geraakt.
Hef het glas
en maak u geen zorgen over de boodschap van Al Gore over de toekomst van de aarde en waar de luchtvaart een belangrijke rol in speelt in de opwarming van diezelfde aarde.
Hef het glas
en wees niet bescheiden als mens maar verlang altijd meer, en wees ook niet bezorgd want ons gemeenschappelijke vijand is niet het terrorisme maar de uitputting van de aarde.