Platform Nederlandse Luchtvaart: trein wordt juist bevoordeeld

LELYSTAD - Het Platform Nederlandse Luchtvaart (PNL) stoort zich aan politici die pleiten voor de invoering van accijns op vliegtuigbrandstof, en daarvoor het argument gebruiken dat het vliegtuig wordt bevoordeeld boven de trein. ‘Het omgekeerde is de realiteit’, zo klinkt het verweer van het PNL. Donderdag (20 december) schreef PvdA-Kamerlid Paul Tang in Trouw een opiniestuk waarin hij pleitte voor een accijnsheffing op kerosine.

De discussie over een eventuele ongelijkheid tussen verschillende vormen van vervoer laait van tijd tot tijd weer op. Tang noemde in zijn bijdrage het ontbreken van een accijns op vliegverkeer ‘eigenlijk een onterechte subsidie voor een vervuilende vorm van vervoer’. Niet waar, is de mening van het PNL. Volgens het platform heeft luchtvaart helemaal geen subsidies nodig om zich als vorm van mobiliteit te bedruipen. “De Europese luchtvaartsector betaalt haar eigen infrastructuur en exploitatie met een jaarlijkse investering van 8 miljard euro. Hiermee onderscheidt luchtvaart zich van andere vormen van infrastructuur zoals rail- en wegverkeer”, legt het PNL uit in een reactie.

“De luchtvaartpassagier betaalt zijn eigen reis helemaal zelf, inclusief de kosten van de infrastructuur zoals luchtverkeersleiding en luchthavens, via toeslagen op de ticketprijs. Daarom zijn er ook geen belastingen meer nodig. Voor internationale reizen betaalt hij geen accijns voor de brandstof maar dit geldt ook voor de internationale treinreiziger”, zo stelt het PNL.

Het platform wijst erop dat het treinvervoer betaalbaar wordt gehouden dankzij de accijns die automobilisten betalen. “De aanleg van wegen en treinrails is een overheidstaak en daar trekt de overheid geld voor uit. Overheidsinvesteringen in de aanleg of uitbreiding van luchthavens worden door Europa daarentegen vaak gezien als verboden staatssteun.”