Hinder vliegveld al zeven jaar op gelijk niveau (Rotterdam The Hague Airport)

Door Gabriëlle op ‘t Hoog, dichtbijredacteur

ROTTERDAM - Het Schiedamse college presenteerde afgelopen week de resultaten van het onderzoek naar de hinderbeleving van Rotterdam The Hague Airport. Het onderzoek, dat in 2012 werd uitgevoerd, richt zich op de mate waarin omwonenden van het vliegveld hinder ondervinden. In vergelijking met 2007 blijken omwonenden niet veel meer of minder last te hebben gehad van de vliegtuigen.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincie Zuid-Holland, Schiedam en Lansingerland gaven enkele jaren geleden de opdracht om onderzoek te doen naar de hinderbeleving van omwonenden van Rotterdam The Hague airport. Het doel van dit onderzoek was inzicht krijgen in de mate waarin bewoners hinder ervaren van het vliegveld. Daarnaast zouden de resultaten vergeleken worden met de onderzoeksresultaten van studies uit 1997, 2001 en 2007.

Meeste hinder
Bewoners in de ondervraagde gebieden gaven aan dat vliegtuigen op de negende plek komen in de rangorde van bronnen die hinder veroorzaken. Zeven jaar geleden werden vliegtuigen nog op de vierde plek geplaatst. Daarnaast wordt de mate van hinder niet in alle gebieden op dezelfde manier ervaren; bewoners van Schiedam-Noord geven aan het meeste hinder te ervaren.

Slaapverstoring
De meest opvallende conclusie uit het rapport is dat er geen noemenswaardige toe- of afname is in de hinderbeleving in vergelijking met 2007. Ondanks dat er vaker vliegtuigen werden gehoord door de bewoners, was de mate van hinder minder. Daarnaast wordt geconcludeerd dat er sprake is van zeer weinig procentuele slaapverstoring; slechts twintig procent van de ondervraagden geeft aan enkele keren per jaar last te hebben van slaapverstoring. Onder de ondervraagde kinderen heeft drie procent minstens een keer per maand last van een verstoorde slaap.

Weinig toegevoegde waarde
De burgemeester en wethouders van Schiedam geven aan dat zij het onderzoek weinig toegevoegde waarde vinden hebben. Een vervolgonderzoek zou volgens hen de onderzoeksgebieden anders moeten samenstellen en een standaardmethode moeten opstellen om slaapverstoring te kunnen meten. Ondanks dit standpunt, zullen de resultaten van het onderzoek wel meegenomen worden in de besluitvorming over een eventueel nieuw luchthavenbesluit.