Het landen in glijvlucht is voorlopig van de baan

ZWANENBURG - Het landen in glijvlucht is voorlopig van de baan. Er voor in de plaats moet een pakket aan alternatieve maatregelen komen. Dorpsraad Zwanenburg-Halfweg is akkoord met dit pakket.

Aan de Alderstafel zijn destijds afspraken gemaakt die de geluidshinder van Schiphol moeten beperken. Een van die hinderbeperkende maatregelen is de invoering van glijvluchtlandingen, in het Engels aangeduid met Continuous Descent Approach (CDA). Bij dergelijke landingen wordt met weinig of zelfs geen motorvermogen naar de baan gevlogen. CDA’s betekenen minder capaciteit. Om het minder aantal vliegbewegingen op te vangen zou dag en nacht dezelfde route gevlogen moeten worden en dat zou voor 7.000 extra slaapverstoorden in met name Amsterdam-West zorgen.

Aan de ene kant vertellen dat aan de Alderstafel wordt gewerkt aan beperking van hinder terwijl aan de andere kant het aantal mensen dat last heeft fors toeneemt, dat is niet uit te leggen. In een moeizaam verlopen overleg hebben de bewonersvertegenwoordigers een pakket alternatieve maatregelen uit het vuur gesleept, praatte gisteravond Eef Haverkort die aan de Tafel opkomt voor de belangen van Zwanenburg-Halfweg, het bestuur van de dorpsraad bij. CDA’s van 22.30 tot 23 uur tenzij het verkeersaanbod te hoog is, in 2 tot 3 jaar 3.000 nachtvluchten per jaar minder ( naar 29.000 stuks) en een tweede ronde van 30 miljoen voor projecten die de leefbaarheid in de omgeving van Schiphol moeten verhogen zijn enkele van de maatregelen. ,,We kunnen ‘nee’ zeggen en dan wordt er net als vroeger zonder ons beslist. Beter is het daarom om ‘ja’ te zeggen omdat het van het grootste belang is dat we blijven meepraten’‘, aldus Haverkort die na zijn heldere uitleg van een ingewikkeld probleem het bestuur unaniem achter zich kreeg.

CDA’s besparen dure kerosine en vandaar ook dat de luchtvaartmaatschappijen glijvluchtlandingen graag willen. Op een baan die alleen overdag gebruikt wordt gaat geoefend worden om tóch meer CDA’s te kunnen laten plaatsvinden zodat het probleem van de capaciteitsvermindering geen rol meer speelt.