HSL wil vliegtuig tot op 1000 kilometer verslaan

NIEUWE RAILTEAMALLIANTIE VAN START

door ARNOLD BURLAGE

UTRECHT – De hogesnelheidstreinen in West-Europa gaan vanaf medio 2007 met één groot Europees netwerk gezamenlijk de concurrentiestrijd aan met het vliegtuig. De supersnelle treinen willen over afstanden van 800 tot 1000 kilometer zowel in prijs als comfort het vliegtuig verslaan. Tot nu toe is altijd uitgegaan van een afstand van maximaal 600 kilometer, waarop de trein het vliegtuig zou kunnen overtreffen.

De nieuwe alliantie Railteam, die daarvoor is opgericht, besluit vandaag en morgen tijdens een conferentie over de aanpak om dat extra voordeel met één groot Europees netwerk te gaan bieden. Uitgangspunt is dat met de hogesnelheidstreinen in heel West-Europa kan worden gereisd op één kaartje, tegen een concurrerend tarief vergeleken met het vliegtuig.
    De stuurgroep, met spoorvertegenwoordigers van NS, de Belgische NMBS, SNCF uit Frankrijk, Duitsland (DB), Oostenrijk (OB), Zwitserland (SSB) en de multinationale Eurostar zijn daarvoor in ons land bijeen. De eerder al getekende letter of intent is het uitgangspunt.

    Commercieel directeur Bert Meerstadt van NS Internationaal bevestigt de cruciale stappen die de hogesnelheidsalliantie gaat nemen. Hij ziet in dat verband ook voordelen in de nogal late aansluiting van ons land op het bestaande HSL-netwerk.
    „In de andere landen is inmiddels jarenlang ervaring opgedaan met de hogesnelheidslijnen. Het voordeel is dat met de start van onze HSL nu direct een volwaardig product en een enorm netwerk kan worden aangeboden, zonder kinderziekten”, zei hij gisteren aan de vooravond van de alliantiebijeenkomst.
     
Luchtvaart
      De luchtvaart ziet trouwens ook brood in de snelle treinen. De Hoge Snelheids Alliantie (HSA), die de HSL in ons land exploiteert, is eigendom van NS (90%) en KLM (10%). Zo kan ook de ’Koninklijke’ nog mee verdienen aan de verwachte hevige concurrentie.
    Meerstadt, zelf afkomstig van de KLM, ziet overeenkomsten met de luchtvaart. „De Railteam-alliantie heeft alles weg van de allianties in de luchtvaart. Een passagier die in Amsterdam vertrekt naar een willekeurige bestemming van het netwerk, koopt één kaartje. Het overstappen op één van de knooppunten gaan we snel regelen. Maximaal dertig minuten mogen daarmee verloren gaan. Bij een vliegreis kost dat al gauw één tot twee uur”, benadrukt de NS-directeur.

Het HSL-netwerk ontsluit voor treinreizigers vanuit en naar ons land direct Duitsland, België, Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland en verbindt die landen op het Europese continent via de Eurostar ook met Londen. „We staan als alliantie open voor meer partners in Europa. Het snelletreinproduct kan zo alleen maar nog aantrekkelijker worden”, aldus Meerstadt.
    Hij is ervan overtuigd dat de passagiers vanzelf zullen komen. „Na een kennismaking van 2 à 3 reizen zijn het onze klanten”, verzekert hij. „Je ziet die trend in het railvervoer binnen Nederland nu ook steeds meer. Onbekend maakt onbemind, tot we de kans hebben te laten zien wat we kunnen bieden.”
    „De HSL gaat eenvoudig meer comfort bieden. Er kan tijdens de reis gelopen worden, maar ook in de restauratiewagon ontbijt, lunch en diner of een drankje worden genuttigd. De mobiele telefoon en internet kunnen ook worden gebruikt.”
     
Flexibel
      De HSL-reistijd met snelheden van minimaal 220 kilometer per uur wordt niet onnodig langer door verplicht urenlang tevoren aanwezig zijn, veiligheidscontroles op luchthavens of wachten op de bagage. Ook de rit van en naar de luchthaven vervalt. Passagiers worden meestal in hartje stad afgeleverd. „We zijn en blijven een flexibel product. Afreizen met de trein kan tot een minuut voor vertrek”, aldus de NS-directeur. De grote knooppunten van het Europese HSL-netwerk worden Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Brussel, Parijs en Frankfurt. „We gaan vanuit die hubs ook middelgrote steden met snelle treinen bedienen. Voor vliegmaatschappijen ligt dat een stuk ingewikkelder.”