2 miljoen voortijdige sterfgevallen te voorkomen door naleven fijnstofnormen

Ook in West-Europa is nog veel winst te behalen
DOOR: BRUNO VAN WAYENBURG
Het naleven van de luchtkwaliteitsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO zou per jaar 2,1 miljoen voortijdige sterfgevallen kunnen voorkomen. Fijnstof in de lucht kost wereldwijd 3,2 miljoen doden per jaar, becijferen Amerikaanse wetenschappers. 2,1 miljoen daarvan zouden voorkomen kunnen worden als de luchtkwaliteitsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO gehaald zouden worden. Fijnstof bestaat uit deeltjes in de lucht kleiner dan 2,5 micrometer (0,0025 millimeter). Het bestaat vooral uit roet, bijvoorbeeld afkomstig van auto's en vrachtwagens, hout- en mestvuurtjes, kolencentrales, maar ook fabrieken en sommige vormen van landbouw. Losse fijnstofdeeltjes zijn onzichtbaar, maar wie wel eens op een heuvel of hoog gebouw over luchtvervuilde steden als Moskou, Beijing, of Seoul heeft uitgekeken, herkent de bruinige waas boven de stad. De stank ervan is overal in de stad te ruiken. Vooral grote steden in India, Rusland en China zijn vies, met soms meer dan 100 microgram fijnstofdeeltjes per kubieke meter (10 microgram is de richtlijn van de wereldgezondheidsorganisatie WHO). Buiten de stank en de visuele verontreiniging is fijnstof vooral ongezond: beroertes, longkanker, de chronische longaandoening COPD en hartaanvallen komen allemaal vaker voor bij mensen die vieze lucht inademen. Dat leidt tot 3,2 miljoen voortijdige sterfgevallen per jaar, becijferen de Amerikaanse onderzoekers Joshua Apte van de University of Texas in Austin, en collega's, in het vakblad Environmental Science & Technology. Meer dan malaria en HIV samen.
Verontrustend
Zonder ook maar een meting te doen of een patiënt te onderzoeken, combineren de onderzoekers drie soorten verschillende gegevens in een fikse rekenpartij: de concentratie van fijnstof op verschillende plaatsen op de wereldkaart, de bevolkingsdichtheid en leeftijdsopbouw ter plekke, en medische gegevens over de toename in sterftekans door fijnstof. Die zijn afkomstig uit eerder grootschalig bevolkingsonderzoek. Naast de dramatische, maar eerlijk gezegd niet verrassende, sterftecijfers is een verontrustende conclusie dat de sterfte zal toenemen, zelfs al zou de groei van luchtvervuiling nu tot staan komen: gemiddeld zal de bevolking in steden ouder worden, en ouderen lopen meer risico op gezondheidsschade door luchtvervuiling (dit los van het feit dat ouderen sowieso gemiddeld dichter bij hun dood zijn). Maar onoplosbaar is het probleem niet: zo zijn steden in de VS en Europa al schoner geworden door het beperken van verkeer, en door strengere emissie-eisen aan auto's en industrieën. En ook in bijvoorbeeld China en India heeft luchtvervuiling de aandacht van beleidsmakers.Dat kan veel opleveren, rekenen Apte en collega's uit: in vervuilde landen als China, India en Rusland zou alleen al het halen van de WHO-normen 1,4 miljoen vroegtijdige doden per jaar kunnen schelen. In relatief schonere streken, zoals Europa en de VS, is er jaarlijks ook nog altijd een half miljoen premature sterfgevallen te winnen. Gek genoeg lijkt dat laatste gemakkelijker: om in de schoonste gebieden de sterfte te halveren hoeft de luchtvervuiling met maar 25 procent teruggebracht te worden, terwijl de zwaarst vervuilde gebieden voor hetzelfde resultaat bijna 70 procent minder fijnstof in de lucht zouden moeten hebben. Dus India en China moeten méér doen voor een vergelijkbaar effect, melden de onderzoekers enigszins verbaasd.
Moeite waard
Dat komt vooral doordat de dosis-effect-relatie tussen vervuiling en sterfte geen evenredig verband is, maar afvlakt: twee keer zoveel fijnstof betekent minder dan twee keer zoveel sterfte. Maar dat betekent dus ook dat een twee keer minder vieze lucht niet twee keer zo gezond is.Overigens hoeven China en India de moed ook weer niet te laten zakken: ook voor luchtvervuilingsmaatregelen geldt de economische wet van afnemende meeropbrengsten: het is meestal goedkoper om van heel vies naar vies te gaan, dan van een beetje vies naar brandschoon. Op zulke economische aspecten gaan de onderzoekers niet in, maar ze formuleren hun eindconclusie wel lekker optimistisch: het schoner maken van de lucht is zowel in heel vieze als in iets schonere gebieden de moeite waard.